Renate Rubinstein Citaten

Jump to: navigation, search

Renate Rubinstein

Citaten van Renate Rubinstein.


  • Schrijven is je zin krijgen.
  • Voorspellen is voorkomen.
  • Wie zwak staat moet onredelijk zijn.
  • Waar verbluftheid was zal wijsheid komen.
  • Voorbereid op mijn ongelijk, kreeg ik gelijk.
  • Op den duur word je wat je nooit wilde zijn.
  • Mijn sterke punt is logisch denken, achteraf.
  • Ik hield mijn hart half vast maar dat was een helft te weinig.
  • Je bent zo oud als je je voelt, maar je voelt je vergelijkend.
  • Kenmerkend voor de publieke opinie is dat het er altijd maar één is.
  • Lieve Heer, laat alsjeblieft niet ook nog een hemel komen na mijn dood.
  • Men leeft en wordt, om erger te voorkomen, oud.
  • Ik zit in mijn gewoontes als een vogel in zijn nest.
  • Ik sta tegenover het toerisme als een fazant tegenover de jacht
  • De Albert Cuypmarkt wekt de ekster in de vrouw op.
  • Als journalisten met ministers lunchen kwijnt de democratie
  • Het zien van het bos door de bomen is mijn sterkste punt niet.
  • Het leven is zo inconsideraat dat je net zo goed optimist kan zijn.
  • Waar moest het met mij heen als niemand meer aanstoot aan mij nam.
  • Een cliché is een kapstok waar een heleboel emotie aan opgehangen kan worden.
  • Wat heb je aan het kapot maken van meubilair als er niemand is die het ziet?
  • Je wordt jezelf in de ogen van de ander. Als die niet meer kijkt ben je jezelf kwijt. Woede is beter dan verdriet en verdriet is beter dan angst.
  • Het leven zou minder naakt zijn als hij er nog was. Vrienden meubileren het landschap.
  • Zelfvertrouwen is voor gelukkige mensen, ongelukkigen moeten maar ambitieus worden.
  • Ik besluit mijzelf maar niet verder te citeren uit jaloezie op de pen van zeven jaar geleden.
  • Wonder is de stoplap waarmee je het gat vult dat bij gebrek aan een antwoord open blijft.
  • Niet dat er geen misverstanden zijn die ik nog prachtiger vind dan raakverstand.
  • Beslissingen en ik hebben nooit op goede voet met elkaar gestaan, zelf niet als ik ze zelf bedacht.
  • Zoals de waarheid te vinden is in het botsen der meningen, zo ligt schoonheid te grabbel in de botsing der stijlen.
  • Gierigheid wordt in Nederland beschouwd als een deugd en zuinigheid genoemd.
  • Vrouwelijke eigenschappen zijn eigenschappen waarvan mannen denken dat vrouwen ze hebben.
  • Mensen van morgen, die zoek ik niet eens, maar mensen van vandaag, ik wou dat ik die nu eens tegenkwam.
  • Iedereen die leeft, leeft in deze tijd, maar 'de mens van deze tijd', is geloof ik, iemand anders.
  • Dit stukje zou niet geschreven zijn als er na zonneschijn niet altijd regen komt.
  • Nederland op zijn mooist: lullig in de betekenis van schattig. Wat is dat nou? Dat is ontwapenend. Daarom zal er hier ook nooit revolutie komen.
  • Aan de kwaliteit van de pers kun je de mate van democratie in een land afmeten.
  • Het enige dat we, heel of half-joods, met elkaar gemeenschappelijk hebben is een goede neus voor antisemitisme.
  • Van het geëmancipeerd zijn van de vrouw zal ik pas overtuigd zijn op de dag waarop de slager, gevraagd om twee biefstukken, twee gelijke lapjes levert.
  • Was je precies dezelfde en ontbrak alleen die dag, je zou dezelfde fout opnieuw begaan. Waaruit je kunt afleiden dat je van ervaring leert, maar je daar in de praktijk niets aan hebt.
  • Op een bruiloft moet je dansen, aan een graf snikken, bij een echtscheiding.... -ja, verdomme wat moet je eigenlijk? Vechten, denk ik, vechten zou het beste zijn.
  • Ik ken in de Nederlandse literatuur geen tegenvaller van dit niveau. Zo'n boek zou bij ons niets anders dan een groot succes genoemd hebben kunnen worden.
  • Bijna niemand was het met mij eens. Dat is geen wonder, want ten eerste is het altijd zo, en ten tweede was het in dit geval zo'n ingewikkelde mening dat ik nauwelijks verwachtte het nog lang met mezelf eens te zijn.
  • Er zijn twee soorten, gemeen roddelen en aardig roddelen. Het verschil is misschien alleen dat je de tweede soort zelf doet.
  • Hoewel iedereen het eens is dat gerechtvaardigde kritiek in principe bestaat, is niemand ooit geneigd andermans kritiek gerechtvaardigd te vinden.
  • Het had geen zin meer om God nog wat te vragen, want hij was kennelijk al dood.
  • Roken. Als ik het nu eens naliet? Dan word ik straks een gezonder en rijker lijk.
  • De succesvolste manier om ideeën belachelijk te maken is nog steeds om ervan te zeggen dat zij bij dames van middelbare leeftijd aanslaan.
  • Definitie voor een goed huwelijk: een contract tussen twee mensen om niet uit consideratie tegen elkaar te liegen.
  • Maar hoe kunt u nu weten of dat te duur is? Het is mooi en het kost geld. Als je het hebben wilt, mag je blij zijn dat het niet vier keer zo duur is.
  • Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan een ander niet. Maar meestal heb je het een ander al gedaan lang voordat je weet wat het is wat je niet wilt dat jou geschiedt. Was de volgorde andersom, je zou je misschien beter aan de stelregel kunnen houden.
  • Enfin, wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat een ander slechts met mate, lijkt mij de redelijkste fatsoenlijke basis voor de menselijke omgang.
  • Voorzichtigheid blijft natuurlijk de moeder van de theeschoteltjes. Maar in politics ben ik de moeder van de porseleinkast.
  • Dat de dingen je blijven verrassen komt niet doordat ze anders zijn dan je gedacht had, maar doordat je er nooit aan gedacht hebt. Dacht ik maar wat meer. Dan zou niets me meer verbazen en had ik het leven onder de knie.
  • Ik moet toch eens wat meer science fiction gaan lezen, misschien zie ik dan ook nog eens een ufo.
  • Was ik een fee en stond ik aan de wieg van een pasgeborene, ik zou het wicht slechts één deugd meegeven: gevoel voor humor.
  • Ik lees dit stukje en denk aan vroeger. Hoe langer het voorbij is des te leuker lijkt het leven dat ik had.
  • De hoofdwet van het leven luidt: iets kan alleen plaats vinden in de plaats van iets anders. Tijd is niet rekbaar, tijd is eindig.
  • Waar een voordeel is, is er ook altijd een nadeel. (wet van Tamar, er bestaat bij mijn weten geen uitzondering op.)
  • Waar een recht is, is er ook oneigenlijk gebruik van dat recht. (tweede bijwet van Tamar)
  • Ik ben gewend om in elk nadeel een voordeel te ontdekken.
  • Ik geloof dat er tegenover het eerste gebod: Gij zult niet doden, nog een tweede is dat luidt: Gij zult u niet laten afslachten.
  • Begin nooit iets met een getrouwde man want hij gaat toch niet van zijn vrouw af. Bij deze wet hoort een amendement: behalve als je zelf met hem getrouwd bent want dan gaat hij wel van jou af.