Julius Caesar Citaten

Jump to: navigation, search

Julius Caesar

Gaius Julius Caesar was een Romeinse consul en later dictator van het Romeinse Rijk.

  • Veni, vidi, vici
    • "Ik kwam, ik zag en ik overwon"
    • berichtje aan de senaat om zijn snelle overwinning (drie dagen nadat hij de grens is overgestoken) in de slag van Zela op koning Pharnaces van Pontus, zoon van Mithridates VI, samen te vatten (47 v. Chr.).
  • Gallia est omnis divisa in partes tres
    • "Gallië is als geheel verdeeld in drie delen"
    • Het begin van de openingszin van Caesars Commentarii de Bello Gallico.
  • Horum omnium fortissimi sunt Belgae, propterea quod a cultu atque humanitate provinciae longissime absunt, minimeque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad effeminandos animos pertinent important, proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt.
    • "Van al dezen zijn de Belgen de dappersten, omdat ze het verst verwijderd zijn van de cultuur en fijnere beschaving van de provincia, naar hen slechts weinig kooplui reizen en zo door hun invoer (van artikelen) aanzetten tot verzwakte geesten, en ze vlakbij de Germanen zijn, die over de Rijn wonen, met dewelke ze constant oorlog voeren."
  • Και συ, τεκνoν?;
    • "Ook jij, mijn zoon?"
    • Dit citaat wordt vaak gezegd de laatste woorden van Caesar te zijn. Waarschijnlijk sprak hij ze echter uit in het Latijn. Dat hij dit in het Grieks gezegd zou hebben, moest aantonen hoe gecultiveerd Caesar wel niet was dat hij in zijn laatste levensuren nog in het Grieks kon spreken.
  • Tu quoque, fili mi?
    • "Ook jij, mijn zoon?"
  • Divide et Impera!
    • "Verdeel en heers!"
  • Alea iacta est
    • "De teerling is geworpen"
    • Dit zei Caesar toen hij in 49 voor Christus besloot om de rivier de Rubicon over te steken; dit betekende dat Caesar zich niet hield aan zijn belofte om na tien jaar zijn ambt van gouverneur over de Gallische streken op te geven. De oversteek over de Rubicon luidde een burgeroorlog en de staatsgreep van Caesar in.
  • Homines quod volunt credunt
    • "Mensen geloven wat ze willen geloven."