Arthur Schopenhauer Citaten
Arthur Schopenhauer (1788 - 1860)
Duits filosoof
- Het zou mooi zijn boeken te kopen als we de tijd om ze te lezen erbij konden kopen.
- Het afnemen van alle krachten, bij het toenemen van de ouderdom is stellig zeer droevig, maar het is noodzakelijk, daar anders de dood te zwaar zou vallen.
- Het zou een hoofdelement van de opvoeding der jeugd moeten zijn haar te leren eenzaamheid te verdragen, daar deze een bron van geluk en gemoedsrust is.
- Wat je vijand niet mag vernemen, vertel dat ook je vrienden niet.
- De rijpheid des geestes blijkt uit de langzaamheid in het geloven.
- We beleven onze goede dagen onopgemerkt, maar we wensen ze terug als er kwade komen.
- Het genie woont slechts één verdieping hoger dan de waanzin.
- Ik kan mij de weelde niet veroorloven er een geweten op na te houden.
- Intellect is onzichtbaar voor hen die het zelf niet hebben.
- Kennis is nog geen wijsheid.
- Lezen is denken met andermans hoofd.
- Als je vermoedt dat iemand liegt, moet je doen alsof je hem gelooft. Hij wordt dan overmoedig, liegt nog harder en wordt ontmaskerd.
- Het lot schudt de kaarten en wij spelen.
- De enige man die echt niet zonder vrouwen kan is een gynaecoloog.
- Muziek is de melodie waarvan de wereld de tekst vormt.
- Elke natie spot over de andere … en heeft gelijk.
- Wat de mensen hun noodlot noemen, bestaat meestal uit hun eigen stommiteiten.
- Rijkdom is als zeewater: hoe meer men ervan drinkt, hoe dorstiger men wordt.
- Weinigen schrijven zoals een architect bouwt. Verreweg de meesten schrijven zoals men domino speelt.
- Het nomadenleven, dat de laagste sport vormt op de ladder der beschaving, vinden we tegenwoordig op de hoogste terug; namelijk in de vorm van het algemeen verbreide toeristenleven. Het eerste wordt uit schaamte, het tweede uit verveling geboren.
- Het ergste moet nog komen...