Antoine de Saint-Exupéry Citaten

Jump to: navigation, search

Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944)

Frans schrijver en vliegenier

Uit De Kleine prins: (in woestijn gestrande vliegenier ontmoet een jongetje, de 'kleine prins', die van zijn planeetje naar de aarde is gereisd. (De Kleine Prins, uitg. Ad. Donker, 21e druk 1991)

1.
"Aha, nu komt er een bewonderaar op bezoek!" riep de ijdeltuit al van verre toen hij de kleine prins zag aankomen. Immers voor ijdele mensen zijn alle anderen bewonderaars.

2.
Ik weet een planeet, waar een vuurrode meneer woont. Hij heeft nooit aan een bloem geroken, nooit naar een ster gekeken. Hij heeft nooit van iemand gehouden maar altijd alleen maar optelsommen gemaakt. En net als jij zegt hij de hele dag: "Ik ben een ernstige man. Ik ben een ernstige man." En dan zwelt hij van trots. Maar dat is geen man, dat is een paddestoel!

3.
Grote mensen begrijpen nooit iets uit zichzelf en voor kinderen is het vervelend hen altijd weer alles uit te moeten leggen.

4.
Goedemiddag, zei de kleine prins.
Goedendag, zei de koopman.
Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt eens in de week een pil en voelt nooit meer behoefte aan drinken.

-Waarom verkoop je die? vroeg het prinsje.
Het is een grote tijdsbesparing, zei de koopman. De geleerden hebben het uitgerekend. Je spaart drieënvijftig minuten in de week.
-En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?
Daar doe je mee wat je wilt...

'Als ik drieënvijftig minuten over had', dacht het prinsje bij zichzelf, 'dan liep ik heel rustig naar een bron...'

5.
'Hij was maar een vos zoals alle anderen. Maar ik heb er een vriend van gemaakt en nu is hij enig op de wereld.'

6.
"Bij jou kweken de mensen vijfduizend rozen in één tuin, zei het prinsje en ze vinden daarin niet wat ze zoeken.
Nee, dat vinden ze niet, antwoordde ik.
En toch zouden ze kunnen vinden wat ze zoeken in één enkele roos of in een beetje water.
Ja, dat is zo, antwoordde ik.
En het prinsje voegde eraan toe:
Maar ogen zijn blind. Met het hart moet men zoeken."